Een fundering vormt de basis van je woning. Het wordt gebruikt ter ondersteuning van het gebouw en stuurt het totale gewicht van de constructie rechtstreeks naar de onderliggende bodem. Er zijn verschillende soorten funderingen, maar welke je kiest hangt af van de grondkwaliteit waarop je gaat bouwen.
Sleuffundering
Een sleuffundering (fundering op staal of strookfundering) is de meestvoorkomende, meest gebruikte en tevens goedkoopste oplossing. Deze methode kan enkel toegepast worden op een goede draagkrachtige grond met stabiele laag. Het is de architect die daarover beslist al dan niet met behulp van een grondsondering.
Waar later de dragende muren van je huis komen te staan worden er sleuven met een graafmachine (of soms met schop) uitgegraven en vervolgens volgestort met beton of gewapend beton. Men bepaalt vooraf de juiste funderinsdraagkracht van de grond zodat men weet hoe breed en diep de greppels moeten zijn.
Gemiddeld komt het voor een gewoon huis (gelijkvloers, evnt. verdieping, dakconstuctie) neer op een vorstvrije diepte van 80 tot 120 cm onder het maaiveld en een breedte van 40 tot 80 cm. Hoe dieper de fundering, hoe hoger de kostprijs van het funderingsmateriaal en de arbeiderskosten.
Stappen in sleuffunderingsproces
Uitzetten van de fundering
Waneer je zelf je funderingen wil uitzetten baseert je je op het funderingsplan van de architect en hou je rekening met volgende elementen.
Op je bouwgrond is er een bouwlijn (plaats waar je huis zal staan) aangeduid die de afstand tussen de openbare weg en de voorgevel van je woning bepaalt. Dit zijn 2 houten paaltjes die meestal bovenaan rood geverfd zijn. Vanaf daar kun je meten, maar denk ook aan de minimum afstand van 3 meter tussen je woning in de perseelgrens met je buren.
Bij het uitzetten sla je paaltjes in de grond waar je dan een latje tegen slaat om de toekomstige muren aan te duiden. Op die latjes klop je nagels en span je er koorden tussen waardoor je dan weet waar de funderingen zullen worden uitgegraven.
Het uitzetten van de bouwlijnen moet zeer nauwkeurig gebeuren om later niet te moeten vaststellen dat je huis op de verkeerde plaats staat!
Door gebruik te maken van de stelling van Pythagoras, een lintmeter, een waterpas, … kun je een stuk nauwkeuriger berekening maken.
Heb je toch twijfels om het zelf te doen, kun je alsnog contact opnemen met een landmeter.
Aardingslus
Wanneer de sleufgraven zijn gegraven wordt er op de bodem van de greppel een aardingslus geplaatst die dan met aarde (niet beton!) wordt bedekt. De lus ligt in volle grond en bestaat uit één stuk (geen onderbreking) waarbij de uiteinden bereikbaar zijn voor meting.
Wanneer een huis geaard is, zal bij een kortsluiting de stroom afvloeien naar de aarde. Is dit echter niet het geval en jij ben de veroorzaker van de kortsluiting, dan is er voor die stroom geen adere uitweg dan door je lichaam wat fatale gevolgen kan hebben!
Plastiek beshermfolie
Voordat het beton in de uitgraving wordt gegoten, wordt er een PVC folie geplaatst. Met dit landbouwplastic bekleed je alle sleuven waardoor opstijgend vocht wordt voorkomen.
Om de folie mooi op zijn plaats te houden, kun je op de randen ervan wat zand of hout leggen en op de bodem van de beklede sleuf een baksteen die daarna met beton wordt overgoten.
Energiebocht
De nutsleidingen worden via een energiebocht in je woning gebracht. Een energiebocht combineert vijf aan elkaar gegoten bochten uit kunststof voor het doorvoeren van water, gas, elektriciteit, telefoon en televisie.
De buizen van de energiebocht worden in de sleuf gelegd en dan opgevuld met beton, let er wel op dat er minstens 15 cm beton onder leidingen komt ter ondersteuning.
Een fundering zorgt ervoor dat je huis niet wegzakt en netjes op zijn plaats blijft staan. Wanneer je het geluk hebt om een draagkrachtige bouwgrond te hebben, kun je gebruik maken van de goedkopere sleuffundering. Als je wil kun je die zelf plaatsen, maar bij twijfel kun je alsnog contact opnemen met een aannemer en/of landmeter om de klus te klaren